Ga tot de mier, gij luiaard! zie haar wegen, en word wijs; dewelke, geen overste, ambtman noch heerser hebbende, haar brood bereidt in den zomer, haar spijs vergadert in den oogst. Spreuken 6:6-8

Het collectieve brein van de mier

In 2005/2006 schreef ik een paper over de emergente intelligentie in mierenvolken. Ze hebben een soort gezamenlijk brein waardoor ze zich als een superorganisme gedragen.

Download de paper (PDF) hier: mierenvolkbrein.pdf

Mieren en mensen

Dat mieren vaak onbeduidend worden gevonden kan twee oorzaken hebben: of het waargenomen object is klein en oninteressant, of het waarnemende subject is niet in staat het object op zijn waarde te schatten…

Salomo had het goed gezien. Mieren hebben geen overste of “koningin” die bepaalt wat ze moeten doen. Dat woordje “koningin” is van mensen afkomstig. Iedere mier is eigen baas en is tegelijk ook onderdeel van het grotere geheel. En mieren leggen voorraden aan, en onderaardse gangen en kamers.

Veel mensen vergelijken zichzelf graag met apen. Vanwege overeenkomsten in het sociale gedrag. Voor veel mensen zou dat best wel eens kunnen kloppen. Maar ik zie apen nog geen staat met miljoenen inwoners inrichten. Voor mieren is dat echter heel normaal. Goed, ze doen dat instinctmatig. Het is een ander type organisatie dan de onze. En dat maakt het interessant. Ze vallen onder de catagoie “zelforganiserend, chaotisch, dynamisch”. Alle mieren van een volk samen vormen een soort brein. Door middel van feromonen wisselen ze signalen uit, waardoor het volk als geheel kan bepalen waar ze de prioriteiten leggen (bijvoorbeeld meer water halen). Elke mier is dus een soort neuron.

Blad en mier

In 1992, toen ik nog op de middelbare school zat, deed ik mee aan de wedstrijd voor jonge onderzoekers, een evenement dat de interesse van scholieren voor wetenschap en technologie oogde te stimuleren. Foto's staat hieronder, de figuren en tekst van mijn verslag kun je hier vinden in bladmier.

SimAnt

SimAnt was een leuke simulatie in spelvorm in het DOS tijdperk. Ik heb hier een versie inclusief DosBOX, voor Windows gebruikers: simant.zip.

Totalitaire gedachten?

TOTALITARISME: Mensen zijn geïnteresseerd in mieren, want ze denken dat die een succesvol totalitair systeem hebben weten te scheppen. Van buitenaf krijgt men inderdaad de indruk dat in een mierenhoop iedereen werkt, iedereen gehoorzaamd, iedereen bereid is zich op te offeren, dat iedereen gelijk is. En voorlopig hebben alle menselijke totalitaire systemen schipbreuk geleden…

Dus wil men het sociale insect imiteren (was het zinnebeeld van Napoleon niet de bij?). De feromonen die de mierenhoop met globale informatie overstromen, dat is de wereldomspannende televisie van tegenwoordig. Door iedereen aan te bieden wat hij het beste vindt, meent de mens op een dag tot de volmaakte mensheid te kunnen komen.

Dat is niet de zin der dingen.

De natuur ontwikkeld zich, met alle respect voor Darwin, niet in de richting van de suprematie van de besten (volgens welke criteria overigens?).

De kracht van de natuur is haar diversiteit. Ze heeft van alles nodig: goeden, slechten, dwazen, wanhopigen, sportievelingen, krukken, gebochelden, lachebekken, bedroefden, slimmeriken, domkoppen, egoïsten, edelmoedigen, onderdeurtjes, reuzen, zwarten, gelen, roden, witten… Ze heeft vertegenwoordigers nodig van alle godsdiensten, van alle levensbeschouwingen, van alle typen fanatisme, van alle typen wijsheid… Het enig gevaar is dat een van deze soorten door een ander wordt uitgeroeid.

We hebben gezien hoe velden met door de mens veredelde maïs, ontwikkeld met tweelingbroertjes van de beste aren (de soort die het minste nodig water heeft, die het beste bestand is tegen vorst, die het mooiste graan geeft) in één klap teloorging door de simpelste ziekte. Terwijl de velden met wilde maïs, bestaande uit allerlei variëteiten elk met hun eigen specifieke eigenschappen, zwaktes en afwijkingen, altijd een antwoord wisten te vinden op epidemieën.

De natuur haat uniformiteit en houd van diversiteit. Daarin valt misschien haar genie te ontdekken.

Edmond Wells,

Encyclopedie van de relatieve en de absolute kennis.

(Vertaling door Tess Visser, overgenomen uit “De Mieren” door Bernard Werber.)